Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van vasculitis is lastig omdat het om een zeldzame ziekte gaat en omdat je het leven van ernstig zieke patiënten niet in gevaar mag brengen. Toch gebeurt er gelukkig veel op dat gebied. De Vasculitis Stichting moedigt dat aan en beheert een Fonds Wetenschappelijk Onderzoek dat - zij het op bescheiden schaal - daaraan kan bijdragen.
Onderzoek
Het wetenschappelijk onderzoek naar systeemvasculitis richt zich op onderstaande vraagstukken:
- Welke afwijkingen in de genen zijn er verantwoordelijk voor dat sommige mensen vasculitis krijgen en anderen niet?
- Welke factoren van buiten het lichaam kunnen de ziekte activeren?
- Hoe ontstaat zo'n overdreven immuunreactie in het lichaam. Welke genen en stoffen van het afweersysteem zijn daarbij betrokken?
- Welke autoantistoffen ontstaan er en op welke wijze veroorzaken zij zo'n ernstige auto-immuunreactie. Wat betekent dat voor het ziekteverloop maar ook voor de ernst van de ziekte?
- Wat is het verdere verloop van de ziekte?
- Welke medicijnen kunnen het beste ingezet worden om de ziekte zo goed mogelijk, maar met zo min mogelijk bijwerkingen te bestrijden?
- Welke schade ontstaat er, hoe kan die schade beperkt worden en hoe is de aangerichte schade te repareren?
Vragen te over waar nog niet zo eenvoudig een antwoord op te vinden is. Ze zijn echter wel belangrijk, want als je op dit soort vragen een antwoord hebt, dan heb je ook een basis voor de behandeling van systeemvasculitis. Tot nu toe worden voornamelijk medicijnen gebruikt die het hele immuunsysteem onderdrukken. Bovendien worden de ontstekingen bestreden met ontstekingsremmers zoals prednisolon. Dergelijke breed werkende medicijnen hebben veel ongewenste bijwerkingen. Nieuwe onderzoeksresultaten geven echter inzicht in het verloop van het ontstekingsproces en maken zo duidelijk welke stoffen in het lichaam daarbij betrokken zijn.
Met die kennis zijn nieuwe medicijnen uitgeprobeerd, die veel gerichter werken. Dat kan omdat ze op specifieke plekken in het ziekteproces ingrijpen. Doordat ze inwerken op gerichte onderdelen van het proces, hebben ze veel minder bijwerkingen.
Deze pagina is voor het laatste bijgewerkt op 12 mei 2021