Generic filters
Exact matches only
Generic filters
Exact matches only
Generic filters
Exact matches only

Ongeveer 40-50% van de patiënten met systeemvasculitis wordt geconfronteerd met gehoorproblemen.

Het kan gaan om tijdelijke gehoorproblemen of een langdurig gehoorverlies aan één of beide oren.

Bij gehoorverlies door een vasculitis wordt dit meestal veroorzaakt door de ontsteking achterin de neusholte (het gebied van de neusamandel) bij de buis van Eustachius met gevolgen voor het middenoor, soms door de vasculitis in het middenoor of het binnenoor.

De vasculitis in de neus kan zorgen voor ontsteking van het gebied waar de buis van Eustachius uitmondt en dan kan deze buis (en daarmee het middenoor) niet meer goed functioneren. In dat geval kunnen buisjes in het trommelvlies een oplossing bieden.

Aantasting van de buis van Eustachius


De buis van Eustachius verbindt het oor met de keel. Via deze weg kan afval uit het oor via de keel worden afgevoerd. Bovendien wordt via deze verbinding de luchtdruk in het middenoor gelijk gehouden aan de buitendruk. Door ontsteking en zwelling van het slijmvlies van neus en keel kan deze verbinding verbroken worden. Er verzamelt zich dan vocht achter het trommelvlies. De druk in het middenoor kan niet meer gelijk gehouden worden en verandert telkens. Hierdoor gaat het trommelvlies intrekken. Het gehoor kan dan veranderen en er kan gehoorverlies optreden. Er kan een gevoel ontstaan dat lijkt op wat in een opstijgend vliegtuig kan worden ervaren. Als de schade aan de buis van Eustachius blijvend is, dan kunnen er buisjes geplaatst worden in het trommelvlies. Zo'n buisje is meestal gemaakt van kunststof en is niet groter dan een halve luciferkop.

Onder plaatselijke verdoving wordt via een microchirurgische ingreep een kleine snede van 3 mm in het trommelvlies gemaakt. Zonodig wordt er eerst vocht uit het middenoor gezogen. Daarna wordt het buisje in het sneetje in het trommelvlies geplaatst. Het ene uiteinde steekt in het middenoor terwijl het andere uiteinde zich in de gehoorgang bevindt. Direct na de behandeling zijn de meeste klachten verdwenen. Door het buisje kan het vocht afgevoerd worden en het buisje zorgt voor een gelijke druk tussen het buitenoor en het middenoor. Het gehoor verbetert hierdoor meestal.

De eerste dagen na de operatie kan er nog wat vocht uit de gehoorgang komen. Het is toch beter om geen watje of gaasje in het oor te dragen. Dit verhindert namelijk een goede beluchting van de gehoorgang en het middenoor, waardoor de genezing vertraagt. Het trommelvliesbuisje kan enige jaren blijven zitten. Vaak wordt het op een gegeven moment spontaan naar buiten gestoten. Dan moet worden bekeken of er opnieuw een buisje geplaatst moet worden.

Oorsuizen


Een ander vaak optredend gehoorprobleem bij systeemvasculitis is oorsuizen. Dit kan zeer hinderlijk zijn. Soms wordt oorsuizen veroorzaakt door geluiden van het eigen lichaam (stromend bloed, spastische trillingen van spiertjes, luchtwervelingen tussen middenoor en keelholte of afwijkingen in het kaakgewricht). Die geluiden worden dan om de een of andere reden versterkt. Vaker echter treedt het spontaan en kortdurend op, bijvoorbeeld als gevolg van een ziekte, zonder dat bekend is waar de geluiden vandaan komen. Zo kan ook een niet goed functionerende buis van Eustachius leiden tot oorsuizen. Oorsuizen bij systeemvasculitis kan stoppen als de vasculitis tot rust komt. Dit is echter niet altijd het geval. Er zijn geen geneesmiddelen tegen oorsuizen en ook operaties en elektrische prikkeling helpen niet.

De methode die nog de meeste verlichting kan geven is het maskeren van oorsuizen door een achtergrondgeluid. Dit kan worden gedaan met bijvoorbeeld een gewoon hoortoestel dat het natuurlijke geluid van buitenaf versterkt en doorgeeft aan het oor. Daardoor kan het oorsuizen overstemd worden. Een hoortoestel kan ook ingesteld worden op het maken van een achtergrondgeluid dat het oorsuizen overstemt en een rustiger gehoor geeft.

Na een bepaalde tijd treedt er mees-tal gewenning op. Het oorsuizen blijft wel aanwezig, maar de patiënt heeft er nauwelijks tot geen hinder meer van. Die acceptatie kan bevorderd worden door contact met andere patiënten die aan oorsuizen lijden. Deze hebben zich onder meer verenigd bij de Nederlandse Vereniging van Slechthorenden, de NVvS.

Slechthorendheid en doofheid


Slechthorendheid hoeft niet alleen betrekking te hebben op het niet hard genoeg horen van geluiden. Vaak zijn de geluiden die de patiënt hoort vervormd of doffer. Ook kan men overgevoelig zijn voor geluid of kan omgevingsgeluid storen bij het horen. De ernst van het gehoorverlies wordt uitgedrukt in het aantal decibels (db) gehoorverlies.

  • lichte slechthorendheid is gehoorverlies tot 35 db;
  • matige slechthorendheid is gehoorverlies tussen 35-60 db;
  • ernstige slechthorendheid is gehoorverlies tussen 60-90 db;
  • van doofheid is sprake bij gehoorverlies van meer dan 90db.

Ook toonhoogten spelen een rol. Sommigen horen hoge tonen slecht, bij anderen is dat juist bij de midden- of lage tonen.
Met gehoortesten wordt het gehoorverlies in kaart gebracht. Op basis daarvan kan worden bepaald of een gehoortoestel kan helpen en welk soort toestel daar het meest geschikt voor is.

Voor verschillende typen gehoorverlies zijn er verschillende typen gehoortoestellen. Er zijn er die vooral de hoge tonen versterken, maar andere versterken de lage tonen of juist weer de middentonen. Daarnaast versterken sommige gehoortoestellen maar weinig en hebben andere een krachtig versterkend vermogen. De meeste gehoortoestellen hebben instelmogelijkheden voor de mate van versterking, de demping van plotseling harde geluiden en de filtering van geluiden.

Het hoortoestel wordt vaak achter het oor gedragen en het geluid wordt dan via een plastic slangetje en een oorstukje naar het oor geleid. Er zijn ook "in-het-oor" toestellen. Dat zijn hele kleine toestellen die in de oorschelp of zelfs alleen in de gehoorgang geplaatst kunnen worden. Voor mensen met een groter gehoorverlies bestaat er een kastje dat op de borst wordt gedragen. Via een snoertje staat het in verbinding met een oortelefoontje. Tegenwoordig kunnen gehoortoestellen zelfs worden weggewerkt in brilmonturen.