Huidbiopsie
De huidbiopsie is het eenvoudigst en het minst belastend voor de patiënt. Op de plaats van de huidontsteking (bijvoorbeeld een rode plek op de huid) wordt een klein stukje huid weggenomen. Dat gebeurt met een klein soort "appelboortje" onder plaatselijke verdoving. Omdat het een kleine ingreep is, kan dit poliklinisch gebeuren.
Longbiopsie
Wanneer een longbiopt wordt genomen, wordt eerst een bronchoscoop ingebracht bij de patiënt. Dit is een flexibele buis, voorzien van lenzen, die via de mond en de luchtpijp naar de longen wordt gebracht. Door de bronchoscoop kan men dan zien waar de ontstekingen zitten. Ook aan deze bronchoscoop zit een mechanisme, waarmee de specialist een klein stukje uit de longen kan halen en mee naar buiten kan nemen.
Ook een longbiopt kan soms poliklinisch genomen worden. Het biopt wordt dan 's ochtends genomen, waarna de patiënt in de dagopname nog gecontroleerd wordt of de longbiopsie nog tot complicaties heeft geleid (zoals een nabloeding). Als alles in orde is kan hij aan het eind van de dag weer naar huis. Maar vaak zal er ook gekozen worden voor een korte ziekenhuisopname, om te zorgen dat er zich géén complicaties voordoen.
Nierbiopsie
Een nierbiopt wordt genomen met een lange naald, die door de huid de nier bereikt. Met behulp van een echoapparaat wordt tijdens het nemen van het biopt gecontroleerd waar de naald zit. Aan het eind van de naald zit ook weer een appelboormechanisme, waardoor een klein stukje nierweefsel mee naar buiten wordt genomen. Een nierbiopsie wordt gedaan onder (plaatselijke) verdoving. De patiënt wordt kort in het ziekenhuis opgenomen, om zeker te zijn dat er zich géén complicaties voordoen, zoals nabloedingen.